De windmotor aan de Hegedyk in Weidum wordt een beschermd monument. Volgens een woordvoerder van de gemeente Littenseradiel staat hiervan nog maar één exemplaar in Nederland: in Weidum.
-----
Deze naar Amerikaans model ontstane windmolen van het type "Herkules Metallicus Windturbine" is in Duitsland gefabriceerd door de "Vereinigte Windturbine Werke AG" te Dresden. De molen werd geïmporteerd door de Rotterdamse handelsmaatschappij R.S. Stokvis & Zonen Ltd en in 1920 gebouwd voor de bemaling van de "Weidumerpolder". De molen werd gebouwd tezamen met de bestaande windmotor nabij Dearsum (Kleiterperpolder), de bestaande windmotor nabij Mantgum (Mantgumerpolder), de in de jaren negentig gesloopte windmotor nabij Schillard (Schillaarderpolder) en de windmotor nabij het buurtschap Makkum (Makkumerpolder). Van deze laatste rest nog de onderbouw. De molen heeft een belangrijke ensemblewaarde tezamen met de bestaande molens van Dearsum en Mantgum in het gebied van de voormalige Middelzee.
De vijf windmotoren werden gebouwd ter vervanging van 58 traditionele windwatermolens en bemaalden tezamen het gebied van het voormalige Waterschap "De Oosterwierumer Oudvaart".
De 12 meter hoge toren staat in een uit beton opgetrokken fundering. Op de fundering is een betonnen onderbouw aangebracht voorzien van een betonnen dak. De onderbouw is voorzien van twee draaibare gietijzeren ramen en zes later aangebrachte vaste stalen ramen. Aan een zijde een houten deurkozijn waarvan de bovendorpel is voorzien van onder 45 graden afgeschuinde hoeken. Het boven de dorpel aangebrachte lood is voorzien van een geschulpte rand. In het kozijn is een houten toegangsdeur voorzien van een geprofileerde sierlijst aangebracht. Naast de deur vlak boven het maaiveld een koperen plaatje met hierop de volgende tekst: Boltje en Buwalda Betonbouw Heerenveen.
De voorwaterloop is voorzien van een stalen krooshek en een dubbele schotbalksponning. De stalen vijzel is gelegen in een betonnen vijzelbak met houten deksels. Voor de molen een betonnen verdeelbak met stalen inlaatschuiven voor de diverse polderpeilen en het inlaten van boezemwater. In de verdeelbak komt tevens een betonnen duiker uit welke onder het Weidumerdiep doorloopt, zodat ook de polder aan de andere zijde van de boezem bemalen kan worden. Deze duiker is aan de inlaatzijde nog voorzien van een stalen kroosrek. De molen is hiermee in staat diverse bemalingsgebieden met een ander polderpeil te bemalen. De betonnen achterwaterloop is voorzien van een houten wachtdeur. De molen maalt uit op het "Weidumerdiep" (Friese boezem). In het Weidumerdiep voor de achterwaterloop van de molen, ter bescherming van deze waterloop en de onder het Weidumerdiep gelegen duiker, zijn een drietal houten meer-/schamppalen, voorzien van een gietijzeren muts, aangebracht. De stalen toren heeft een ladder en een vrij hoog gelegen stelling. De stelling bestaat uit stalen liggers, een houten dek en een stalen hekwerk. Aan de bovenzijde van de toren is een op kogellagers draaiend gietstalen motorlichaam aangebracht. Het dertig gegalvaniseerde stalen bladen tellende windrad heeft een diameter van 12 meter. Het rad bestaat uit tien straalarmen waartussen segmenten met ieder drie bladen verbonden door drie ringen zijn aangebracht. De molen is voorzien van twee vanen: een hoofdvaan en een zijvaan. De eerste dient voor de zelfregeling naar de windrichting, de tweede voor zelfregeling naar windsterkte. De molen is voorzien van een gietstalen gaande werk en stalen spillen. Het motorlichaam, het wiekenrad en de vanen werden in 1993 gedemonteerd en opgeslagen in afwachting van de restauratie. In de jaren 50 werd een zogenaamde gecombineerde bemaling aangebracht. D.w.z. de vijzel kan zowel op windkracht (hoofdbemaling) als door een elektromotor (hulpbemaling) worden aangedreven. Dit is de grootste windmotor gemeten naar diameter van het windrad in Nederland.
Bron: DHM Molenbestand
-----
Een rekening van de Balkster Machinefabriek H. Koelstra uit 1924 betreffende deze windmotor staat op www.langsdeluts.nl, Johan Groenewoud.
In 2008 werd de windmotor met zeven andere door het Wetterskip Fryslân overgedragen aan de Stichting Waterschapserfgoed.
-----
Via Van Reeuwijk bouwmeester kwam dec. 2013 subsidie beschikbaar voor het restaureren van de vijzel met de waterlopen en de overige delen van het gaande werk.
De vijzelbalk kon behouden blijven. De beschoeping werd vernieuwd, weer geheel geklonken met klinknagels [zie foto's op Allemolens].
Van Reeuwijk bouwmeester.
Aanvullingen
Poldergrootte 520 ha. Bron: waterstaatskaart Sneek Oost, herzien in 1947-1949. Rij 2, kolom 20.
-----
De windmotor heeft een betonnen onderbouw van ca. 275 cm hoogte. De breedte hiervan, onder bij de fundering gemeten, is ca. 360 cm.
Door middel van een schuivensysteem in de watertoevoer kan de windmotor sloten met een verschillend peil bemalen.
Die plaatijzeren uitstulping in het onderbouwhuis werd gemaakt om wat meer ruimte te maken voor een later ingebouwde elektromotor. Voor deze elektrificatie zat er nog een dieselmotor in als hulpaandrijving, en het gat in de muur was toen voor de uitlaat hiervan.
In 2002 werd een postzegel van € 0,39 uitgegeven waarop deze windmotor staat afgebeeld met de tekst "windmotor Weidum (1920)".
Jan Wagenaar, 26 mei - 22 juni 2016.
2. Foto: Willem Jans, 27 maart 2004 5. Foto's: Mark Ravesloot, 17 juni 2009