Toen in 1921 de oude houten molen aan vervanging toe was, wilde het polderbestuur een windmotor plaatsen. Dit ondanks het streven van de provincie om alle gemalen te elektrificeren.
De poldermeesters kregen een concreet voorstel van de firma R. Kuitert te Groningen, voor de
levering van een windmotor met een windrad van 10 meter diameter en een capaciteit van 10 m3 per minuut. Ook hadden zij contact opgenomen met het Provinciaal Elektriciteitsbedrijf om te zien of een elektrisch gemaal in korte tijd gerealiseerd zou kunnen worden. Dat bleek niet het geval.
Na het overwegen of een motorgemaal niet beter was, en ondanks dat binnenkort elektriciteit zou komen in de Zijpe, werd in 1922 aan de firma Stokvis opdracht gegeven voor levering van een windmotor voor ƒ 10.250. De opdracht voor het maken van de betonnen onderbouw werd op 7 juni 1922 aan A. Eriks te Burgerbrug gegund voor ƒ 4003.
De stalen vijzel werd gemaakt door de firma Koelstra te Balk, deze arriveerde al toen de oude molen nog gesloopt werd. De bouw van de onderbouw was iets later klaar dan gepland, zodat de monteur van Stokvis ook pas later aan de slag kon. Begin november 1922 kon de windmotor proefdraaien.
Molenaar Jan Dekker werd weer aangesteld als bedienaar van de windmotor.
In 1947 kwam Jan de Jong met zijn vrouw in het molenaarshuisje wonen en werd de laatste bedienaar van de windmotor. Toen Jan de Jong in de strenge winter van 1962-1963 ziek op bed lag en de vijzel van de windmotor was vastgevroren, werd zijn vrouw door de poldermeesters gedwongen om de windmotor toch in werking te stellen. Gevolg was een enorme vonkenregen en grote schade aan de tandwielen. De firma Landindustrie te Sneek voerde voor ƒ 3150 de reparatie uit, maar omdat er onderdelen uit Duitsland moesten komen, werd tijdelijk een elektrisch noodgemaal geplaatst.
De windmotor van polder I was de laatste werkende windbemaling in de Zijpe. Aangezien in 1968 bleek dat een belangrijke as moest worden vervangen, besloot het polderbestuur dat ook hier een elektrisch gemaal moest komen. Het gemetselde gebouwtje werd weggebroken, en op 5 april 1968 kwam polderpersoneel om met snijbranders de molen om te halen. Dit lukt uiteindelijk met behulp van drie trekkers. De windmotor werd in stukken gesneden en afgevoerd naar de schroothandel.
Bronnen:
- Stichting "De Zijper Molens".
- "De Amerikaanse windmotor van polder I in de Zijpe", art. door Kees Otter in Zijper Historie Bladen, 2005-03 blz. 12-17.
Aanvullingen
Enige jaren geleden kocht iemand een windmotor op Marktplaats, eenzelfde type als de Zijper I en deze molen ligt nu zelfs ergens in NH. Ik had nog enige hoop voor ons gebied, maar hoe de toestand nu is weet ik niet.
Klaas Zaal sr., 20 dec. 2010.
Het was de bedoeling de Windmotor Nistelrode hier te herbouwen, maar financieel was dat niet haalbaar.
-----