Omdat de oude houten molen de bemaling van in de 1922 tot ca. 30 ha vergrote polder niet aankon, kwam er een windmotor van de fa. Bakker uit IJlst. Deze kostte ƒ 1550, plus ƒ 300 tot 400 voor aannemer Goiytzen Brouwer uit Oranjewoud voor de betonnen fundering.
Omdat de molenaar Hendrik van der Honing van beide molens nog maar ƒ 25 per jaar kon verdienen nam hij omstreeks mei 1924/1925 ontslag. De familie Van der Honing bleef wel in het molenaarshuisje wonen, en vertrok in 1930 naar Nijeholtwolde. In 1932 werd het molenaarshuisje gesloopt.
De eerste molenaar van de windmotor was Hendrick Sierdsma (1907), een broer van Johannes Sierdsma.
Op 1 oktober 1927 was er een tragisch ongeval: Fokke Toering (14 jaar), geboren in Binsfeld, een knechtje van bakker Jappie Boonstra, kwam zaterdagsmiddags bij Van der Honing brood bezorgen. Hij kwam met zijn kleren in de snel ronddraaiende spil van de windmotor terecht. Vermoedelijk was het afdekdoek van zijn "bôllekoer" afgewaaid en bij de windmotor terechtgekomen. Het was toen zeer slecht weer.
De windmotor was in 1987 nog in gebruik bij Sipke Brandenburg.
Bronnen:
- "Molens rond Oudeschoot", artikel door drs. D.M. Bunskoeke in De Utskoat nr. 46, juni 1987.
- artikel over de molens bij Oudeschoot, door Johannes Sierdsma, in "De âlderein fan Skoat fertelt", mei 1986.
Aanvullingen
Poldergrootte 28 ha. Bron: waterstaatskaart Steenwijk West, herzien in 1957. Rij 1, kolom 15.
2. Foto: Dick Bunskoeke, ca. 1980 3. Foto: Popke Timmermans, 1 mei 1987 (in De Utskoat) 4. Molenaarszoon Kees van der Honing rond 1928. Foto in De Utskoat 5. Geen restanten zichtbaar. Foto: MHO, 8 maart 2018