De windmotor staat gefundeerd op een waaierpompput met een buitenmaat van 145 cm breed. De put is afgedekt met metalen deksels. De toren is ca. 6 m hoog en heeft staanders van hoekprofiel van 5,5 cm breedte. Alle dwarsverbindingen hiertussen zijn horizontaal en gelast. Op het 2e dwarsspant van onderen, achter de ladder, zit een vastgeklonken plaatje met het nr. MLW 5890. De breedte van de toren, onder bij de fundering, is 118 cm. Het windrad heeft 12 windbladen. De tandwieloverbrenging van het windrad op de pompas zit in een afgesloten behuizing. De windmotor heeft 2 windvanen. Zo te zien wordt de grote windvaan bediend vanaf het bordes bovenin de toren, door een lierconstructie aan de arm van deze staart-windvaan. De windmotor heeft kennelijk als functie het op peil houden van de waterstand in een nat natuurgebied.
Jan Wagenaar, 27 feb. 2018.